Hieronder volgt de Inleiding op het jaarboek Etty Hillesum Studies II, dat als titel heeft: Etty Hillesum in context. Het jaarboek verscheen in 2007. De redactie van het jaarboek bestond toen uit: Ria van den Brandt & Klaas Smelik. Zij schreven de inleidende tekst op dit tweede deel.

Inleiding

Wereldwijd verdiepen lezers en onderzoekers zich in de dagboeken en brieven die Etty Hillesum ons heeft nagelaten. Hun perceptie van wat Hillesum schreef, wordt sterk bepaald door hun eigen context. De grote opgave van het onderzoek naar Etty Hillesum is daarom de eigen context van de lezers en de context van Etty Hillesum zelf met elkaar in evenwicht te brengen. In het vorige deel van de Etty Hillesum Studies: ‘Etty Hillesum in facetten’ werd dit reeds bijzonder duidelijk, waar de receptie van Etty Hillesum in verschillende landen nader werd geanalyseerd.

In de bijdrage van Yukiko Yokohata over de receptie van Etty Hillesum in Japan zien wij dit probleem opnieuw terugkeren. Er is een groot contrast tussen de boeddhistische receptie van Hillesums geschriften in Japan en de rooms-katholieke. Daarbij lijkt de context van het boeddhisme dichterbij de kern van Hillesums denken te komen dan de Japanse rooms-katholieke lezing. De fascinatie die de Japanse kunst op Etty Hillesum uitoefende, blijkt meer te zijn dan alleen een esthetische ervaring. Het gaat om een innerlijke verwantschap, waardoor haar werk in Japan in een boeddhistische context moeiteloos kon worden opgenomen.

De rooms-katholieke receptie

De rooms-katholieke interpretatie van Etty Hillesums geschriften vertoont de neiging om van deze Joodse vrouw een heilige in spe te maken. In dat kader heeft de passage waarin Etty Hillesum de aankomst beschrijft van een groep monniken en nonnen van Joodse afkomst, die de Duitsers als vergeldingsactie naar kamp Westerbork hadden gedeporteerd, de aandacht getrokken. Want Etty Hillesum heeft het over “twee nonnen uit die streng orthodoxe, rijke, hoogbegaafde familie uit Breslau, met sterren op hun kloosterkleren”.

Het is duidelijk dat zij daarmee Edith Stein en haar zuster Rosa bedoelt. In de Italiaanse receptie van Etty Hillesum is deze korte passage aanleiding geweest voor de veronderstelling dat Edith Stein en Etty Hillesum elkaar hebben ontmoet. Gerrit Van Oord gaat na hoe houdbaar deze these is.

Essentieel voor de geur van heiligheid die Etty Hillesum in de perceptie van heel wat lezers heeft, is haar keuze om het lot van haar volk te delen. Deze keuze wordt als een offer gezien, hoewel Etty Hillesum zelf in dit verband deze term niet hanteert. Heeft zij doelbewust gekozen voor de dood, waardoor een navolging van Christus in het vizier komt, of had zij het gevoel dat zij ook ‘Polen’ wel zou overleven? Wist Etty Hillesum wat haar te wachten stond, toen zij weigerde onder te duiken, of niet? De meningen zijn op dit punt zeer verdeeld. Klaas Smelik probeert in deze controverse enige helderheid te scheppen door de beschikbare gegevens opnieuw te analyseren. Zie hier het artikel.

Filosofen en theologen

De context van de Tweede Wereldoorlog is zeer bepalend voor de ontwikkeling van Etty Hillesum tot spiritueel denkster, ook al verschilt haar dagboek op dit punt duidelijk van de meeste dagboeken uit die tijd. Aan de feitelijke oorlogshandelingen besteedt zij slechts een minimale aandacht. Haar geschriften zijn eerder te plaatsen in de context van filosofen en theologen die als getuigen hebben gereageerd op het nationaalsocialisme. Zonder van elkaars werk op de hoogte te zijn geweest vertoont wat deze denkers naar voren hebben gebracht, een gemeenschappelijke tendens.

Zo overeenkomstig is die tendens dat wij het werk van de één kunnen gebruiken om dat van de ander te verduidelijken. Op die manier belicht Meins Coetsier het denken van Etty Hillesum aan de hand van de filosofische begrippen in het werk van Eric Voegelin. Voegelin, van oorsprong een Duitser, is voor de nazi’s uitgeweken, toen Oostenrijk zich transformeerde in de Ostmark. In de Verenigde Staten heeft hij verder gewerkt, reagerend op het nationaalsocialisme, waarmee hij persoonlijk zo bruut was geconfronteerd. Voegelins these van de ‘Flow of Presence’ blijkt zeer toepasbaar om het nog niet geordende denken van Etty Hillesum beter te verstaan.

Invloeden

Een steeds terugkerend aandachtspunt in het onderzoek naar Etty Hillesum zijn de personen en schrijvers die op haar geestelijke ontwikkeling van invloed zijn geweest. Als het om personen gaat, is Julius Spier zonder meer zeer bepalend geweest, maar dit mag ons de ogen niet doen sluiten voor de invloed die andere bekenden op haar hebben gehad. In het bijzonder geldt dit voor Henny Tideman, in de dagboeken meestal als ‘Tide’ aangeduid. Tide’s religiositeit stond Etty Hillesum aanvankelijk tegen, maar op den duur ontwikkelde zich toch een vriendschap tussen deze zo verschillende vrouwen.

En hiermee nam ook de spirituele invloed van Tide op Etty toe. Een interessant getuigenis van deze vriendschap is een boek waaraan deze twee vrouwen hebben samengewerkt: een citatenboek met als titel ‘Levenskunst’. Hun exemplaar is bewaard gebleven en Ria van den Brandt heeft het nader onderzocht in het kader van haar bijdrage over de bijzondere vriendschap tussen Etty Hillesum en Henny Tideman.

Carl Gustav Jung

Schrijft Etty Hillesum weinig over de context van de oorlog, veel meer aandacht heeft zij voor de schrijvers die zij leest. Onder die auteurs neemt Carl Gustav Jung een bijzondere plaats in. Hij was immers de leermeester van Spier geweest en had zelfs een woord vooraf geschreven bij Spiers boek. Janny van der Molen laat zien hoe verwant de gedachten van Jung en Hillesum zijn, als het gaat om de vraag naar het kwaad, maar ook waarin Etty Hillesum verschilt van Jung. Voor beiden is de vraag naar het kwaad cruciaal voor hun levensfilosofie en beiden bieden een antwoord dat sterk afwijkt van de context van hun tijd, waarin men goed en kwaad steeds tegenover stelde, waarbij men zelf het goede vertegenwoordigde en de tegenstander het kwaad. Aan het begin van het derde millennium zien wij dat deze tegenstelling tussen ‘good guys’ en ‘bad guys’ weer in belangrijke mate het denken is gaan bepalen. Dit maakt de visies van Jung en Hillesum des te relevanter. Zie hier het artikel.

Dostojewski volgens André Suarez

Wanneer er een schrijver is geweest die zich heeft verdiept in het kwaad dat in de mens schuilt, dan is het Dostojewski. Het is niet verwonderlijk dat Etty Hillesum zich met deze auteur diepgaand heeft beziggehouden. Dit deed zij enerzijds door zijn werk in de oorspronkelijke taal, het Russisch, te lezen, anderzijds door een grondige bestudering van het boek over Dostojewski geschreven door de Franse auteur André Suarez. Ellen Vandewalle laat in haar bijdrage zien hoe belangrijk dit boek voor Etty Hillesum is geweest.

Maar door Hillesums passages over Suarez te plaatsen in de context van Hillesums eigen leven in de tijd dat zij met dit boek bezig was, komt zij tot verrassende ontdekkingen. Het blijkt dat Suarez’ boek een cruciale rol speelde in de belangrijke koerswijziging die Etty Hillesum in haar leven aanbracht.

Tot slot

De context waarin deze bundel thans verschijnt, is ook gewijzigd ten opzichte van het kader waarbinnen het eerste deel van de Etty Hillesum Studies verscheen. Het is nu een gemeenschappelijke uitgave geworden van het Heyendaal Instituut van de Radboud Universiteit Nijmegen en het Etty Hillesum Onderzoekscentrum van de Universiteit Gent, dat in 2006 werd opgericht. Meer informatie over het Etty Hillesum Onderzoekscentrum (EHOC) op de website http://www.ehoc.ugent.be. Ook heeft de serie een nieuwe uitgever gevonden in Theo Joppe van de Uitgeverij Van Gorcum in Assen. Wij zijn hem zeer dankbaar voor zijn steun en kunde.

Etty Hillesum Studies II. De Inleiding op deel twee